Afdelingen & Specialismen

Uw zoon heeft een afwijking aan een of beide zaadballen. Hij krijgt een operatie om één of beide zaadballen te verplaatsen van de buik of lies naar de balzak (orchidopexie). De uroloog heeft u uitgelegd hoe deze operatie gaat en wat de risico’s en gevolgen zijn van deze operatie. Het is belangrijk dat u deze folder goed leest en de adviezen uit de folder goed volgt.


In het kort

  • Uw zoon krijgt een operatie om 1 of beide zaadballen te verplaatsen naar de balzak.

  • Voor deze operatie wordt hij 1 dag opgenomen in het ziekenhuis.

  • De verdoving is narcose: uw zoon slaapt tijdens de operatie. U krijgt informatie hierover tijdens het preoperatief spreekuur (POS).

  • De operatie duurt ongeveer 1 uur.

  • Weer thuis: problemen na de operatie? Lees de informatie in deze folder en bel als dat nodig is de afdeling Kind en Jeugd.


Waar vindt de operatie plaats?

De operatie vind plaats in Alrijne in Leiderdorp. U meldt zich op de kinderafdeling C5 (route 570).

Zaadballen

Het mannelijk geslachtorgaan bestaat uit de piemel (penis) en 2 zaadballen (testikels). De zaadballen zitten bij de geboorte in de balzak (scrotum). In de zaadbal worden de zaadcellen gemaakt. Vanuit iedere zaadbal loopt een buisje, de zaadleider. Via de zaadleiders komen de zaadcellen in het sperma terecht. De zaadballen ontwikkelen zich voor de geboorte in de buik van een jongen. Ongeveer een maand voor de geboorte zakken de zaadballen via de lies in de balzak (= indalen).

orchidopexie



Indalen

Soms dalen de zaadballen niet in. Eén of beide zaadballen blijven dan in de buik of lies zitten. Een zaadbal die in de buik of lies is blijven zitten, heeft geen invloed op de seksuele activiteiten. Maar dit kan wel op latere leeftijd problemen veroorzaken met de vruchtbaarheid. Als de zaadballen 6-12 maanden na de geboorte nog niet zijn ingedaald, dan adviseren wij uw zoon te opereren.

Pendelbal

Soms was een zaadbal bij de geboorte wel ingedaald, maar lijkt het op latere leeftijd of een zaadbal niet is ingedaald.

Uw zoon kan ook een pendelbal hebben. De zaadbal kan dan makkelijk in de balzak worden geduwd. En je kunt hem heen en weer bewegen. Rond de puberteit komt de zaadbal dan meestal vanzelf op zijn plaats in de balzak.

Niet-ingedaalde zaadballen

Wanneer de uroloog de zaadbal in de lies van uw zoon kan voelen, kan de uroloog proberen om de zaadbal weer in de balzak te doen.

Als dit niet lukt, noemen we dit een niet-ingedaalde zaadbal. Dan is een operatie noodzakelijk, het liefst rond de eerste verjaardag van uw zoon. Ook komt het voor dat een eerder ingedaalde bal op een later moment niet goed in de balzak te voelen is. En soms is de zaadbal helemaal niet te voelen. Uw zoon wordt dan doorgestuurd naar een kinderuroloog.

Op welke leeftijd opereren?

Het moment van de operatie hangt af van wanneer de afwijking wordt ontdekt. Als dit gebeurt voordat uw zoon 1 jaar is, dan doen we de operatie het liefst rondom de eerste verjaardag.
Als de afwijking op latere leeftijd ontdekt wordt, overleggen wij met u en uw zoon wanneer hij geopereerd wil worden. Het is niet nodig om uw zoon met spoed te opereren.

Voorbereiding thuis

Het is belangrijk dat u zelf uw kind vertelt over de opname en de operatie. Hij hoeft niet bang te zijn als u met hem heeft verteld over de operatie. Meer informatie over de kinderafdeling en tips om uw kind voor te bereiden op de opname vindt u op onze kinderwebsite: kids.alrijne.nl

Let op: denkt u eraan om speelgoed en/of (lievelings)knuffelbeest mee te nemen naar het ziekenhuis?

Voorbereiding op de opname

Uw zoon wordt aangemeld bij het Opnamebureau. Dit bureau regelt alles rondom de opname.
De opname vindt plaats in dagverpleging dus uw zoon mag dezelfde dag weer mee naar huis.

Preoperatief spreekuur (POS)

Tijdens de operatie is uw zoon in slaap (= narcose). Daarom krijgt uw zoon van tevoren een afspraak met de arts die de narcose regelt: de anesthesioloog.
In verband met deze afspraak moet u een vragenlijst invullen. U krijgt een brief van de polikliniek Anesthesie waarin staat hoe u deze vragenlijst kunt invullen. De vragenlijst staat voor u klaar in patiënten-portaal MijnAlrijne.
Na het invullen van de vragenlijst krijgt u een afspraak voor het spreekuur bij de anesthesioloog (= preoperatief spreekuur, POS). De anesthesioloog vertelt u:
  • hoe uw zoon in slaap wordt gebracht;
  • wat de voor- en nadelen van deze verdoving zijn;
  • dat uw zoon niet mag eten en drinken voor de operatie (= nuchter blijven);
  • of uw zoon moet stoppen met medicijnen, zoals bloedverdunners;
  • of uw zoon pijn heeft na de operatie en wat u dan moet doen.
Ook krijgen u en uw zoon een afspraak met een verpleegkundige (= het verpleegkundig spreekuur).

Op de website kids.alrijne.nl staan foto’s die u samen met uw kind kunt bekijken. Zo kunt u zien wat u en uw zoon kunnen verwachten.

Bloedverdunners
Als uw zoon bloed verdunnende medicijnen gebruikt, dan moet hij voor de operatie hiermee stoppen. De anesthesioloog overlegt hierover met de arts die uw zoon deze medicijnen heeft gegeven. U hoort dan wanneer uw zoon met de bloedverdunners moet stoppen.
Bloed verdunnende medicijnen kunnen ervoor zorgen dat uw zoon meer bloedt tijdens de operatie.

Operatiedatum
U krijgt via de post een brief met de operatiedatum. 1 werkdag voor de operatie, belt u het telefoonnummer dat in de brief staat. Dan hoort u hoe laat uw zoon in het ziekenhuis moet zijn.

Belangrijk!

U mag uw zoon vanaf 7 dagen voor aan de operatie geen medicijnen geven waar aspirine in zit. Aspirine verhoogt de kans op nabloedingen. U mag wel paracetamol geven.  

Bel met de uroloog als:
  • uw zoon 3 weken voor de opname contact heeft gehad met zieke kinderen;
  • uw zoon verkouden is of koorts heeft op de dag van de operatie;
  • uw zoon 2 dagen voor de ingreep een DKTP-inenting heeft gehad;
  • uw zoon 14 dagen voor de ingreep een BMR-inenting heeft gehad.
Het kan zijn dat de operatie moet worden uitgesteld.

Folder: Uw kind wordt geopereerd
In de folder Uw kind wordt geopereerd staat alle informatie over het niet eten en drinken voor de operatie, en wat er tijdens de opname in het ziekenhuis gaat gebeuren. Wij adviseren u deze folder goed door te lezen.

folder



Voorbereiding van de ouders

Ouders kunnen de hele dag op de afdeling Kind en Jeugd blijven.
Uw kind mag niet eten of drinken voor de operatie, maar u wel! We raden u dus aan om gewoon te ontbijten.

Voorbereiding op de operatie

  • Op de afdeling Kind en Jeugd komt de pedagogisch medewerker (een medewerker die veel weet over de opvoeding en ontwikkeling van kinderen) met u en uw kind kennismaken. Zij vertelt uw kind nog een keer over de operatie en de verdoving.
  • Daarna krijgt uw kind een operatiejasje aan.
  • De pedagogisch medewerker of kinderverpleegkundige gaat met u en uw kind mee naar de operatiekamer.
  • U kunt bij uw kind blijven tot het in slaap is. Zodra uw zoon slaapt, gaat u met de begeleider terug naar de afdeling of de ouderkamer naast de uitslaapkamer. Daar kunt u wachten totdat de operatie klaar is. Daarna wordt u opgehaald om naar uw kind op de uitslaapkamer te gaan.

Operatie

De operatie die nodig is om een zaadbal in de balzak te brengen, heet orchidopexie.
De anesthesioloog brengt uw zoon in slaap.
Daarna maakt de uroloog een sneetje in de lies en in de balzak van uw zoon.
Via de opening in de lies zoekt de uroloog de zaadbal op. De zaadbal wordt los gemaakt van het weefsel eromheen. Daarna kan de uroloog de zaadbal naar de balzak brengen, zonder dat er te veel spanning op de zaadleider komt te staan. De uroloog zet de zaadbal in de balzak vast.
(Het kan zijn dat de uroloog tijdens de operatie ziet dat uw kind ook een liesbreuk heeft (= een bult in de lies). De uroloog zal dit dan ook meteen herstellen.)
Daarna sluit de uroloog de huidwond in de lies en in de balzak. Meestal met oplosbare hechtingen. Deze hechtingen lossen vanzelf op en hoeven dus niet verwijderd te worden.
De operatie duurt ongeveer 1 uur.

Na de ingreep

Als de operatie klaar is, komt de uroloog u vertellen hoe de operatie is gegaan.
Na de operatie gaat uw zoon naar de uitslaapkamer. U wordt gebeld als hij goed wakker is. U kunt dan naar uw zoon toe en bij hem gaan zitten.
Tijdens het wakker worden kan uw kind wat huilerig of onrustig reageren. Dit is normaal. Ook kan hij wat misselijk zijn en pijn hebben. Dit wordt langzaam minder.
Zodra uw zoon goed wakker is, haalt de kinderverpleegkundige van de kinderafdeling u en uw zoon op en gaan jullie terug naar de afdeling. Als uw zoon goed wakker is, mag hij weer gaan drinken.

Naar huis

Als uw zoon weer naar huis mag, is het handig om met z’n tweeën te zijn. Zo kan er iemand naast uw zoon zitten in de auto en hem extra aandacht geven.

Problemen na de operatie (complicaties)

Bij elke operatie is er een kans op complicaties. Ook bij deze operatie kunnen complicaties ontstaan.
Er kan een nabloeding ontstaan die lijkt op een blauwe plek (bloeduitstorting) onder de hechting. Meestal verdwijnt deze vanzelf en is behandeling niet meer nodig.

Ook na een langere periode zijn er soms nog complicaties. Bijvoorbeeld:
  • het kan er minder mooi uitzien dan u had verwacht;
  • toch geen normale ontwikkeling van de zaadbal;
  • schade van de opbouw van de vaten in de zaadleider. Deze complicaties komen gelukkig weinig voor.
Bel met het ziekenhuis als:
  • uw zoon koorts heeft (temperatuur boven 38,5 ºC ;
  • de wond erg bloedt;
  • de wond fel rood ziet en/of er een bult rond de wond ontstaat.
U kunt bellen met de kinderafdeling: telefoonnummer 071 582 8020.

Adviezen voor thuis

Eten en drinken

Uw zoon mag na de operatie weer gewoon eten en drinken.

Inspanning

Na de operatie moet de zaadbal in de balzak vastgroeien. Ook moet de zaadbal beschermd worden tegen druk van buitenaf.
Laat uw zoon niet (loop)fietsen in de eerste 2 weken na de operatie.

Een beetje koorts (= verhoging)

Het is normaal dat kinderen na de operatie een paar dagen een beetje koorts hebben, tot ongeveer 38,5 ºC. Dit wordt na een paar dagen minder, uw kind heeft dan weer een normale temperatuur. Wordt de koorts niet minder of is de temperatuur boven 38,5 ºC, bel dan met het ziekenhuis.

Wondverzorging

Een dag na de operatie mag uw kind kort douchen (niet in bad). U moet de pleister vervangen door een nieuwe pleister. Het is normaal dat de balzak na de operatie wat dikker is dan normaal en er blauw-roodachtig uitziet.
U moet de wond schoon en droog houden. Dep de wond droog na het douchen of wassen de wond, niet wrijven. Als uw kind luiers draagt, kunt u deze het beste wat vaker verwisselen.

Pijn

Als uw zoon pijn heeft, mag u hem paracetamol (zetpil of tablet) geven.

Schoolgaande kinderen

Als uw zoon al naar school gaat: als hij fit genoeg is, mag hij na een week weer naar school.
De eerste 2 weken kan hij beter niet fietsen, zwemmen, gymmen of sporten.

Weer thuis

Ieder kind reageert anders op een opname in het ziekenhuis. Vooral bij jonge kinderen kan het gebeuren dat uw zoon zich anders gedraagt dan voor de ziekenhuisopname. Voorbeelden hiervan zijn:
  • moeite met inslapen;
  • ’s nachts plotseling wakker worden;
  • niet of minder eten;
  • angst om alleen gelaten te worden (uw kind loopt u overal achterna).
Na een tijdje wordt dit minder en wordt het gedrag van uw kind weer normaal.

De dag na de operatie belt de kinderverpleegkundige u op en kunt u nog vragen stellen als u dit wilt.

Controle

Na ongeveer 12 weken komt u met uw zoon voor een controle bij de uroloog. U krijgt deze afspraak mee als u en uw zoon naar huis mogen na de ziekenhuisopname. Of u krijgt de afspraak toegestuurd.

Tot slot

Wat neemt u mee?
  • een (geldig) identiteitsbewijs (paspoort, ID-kaart, rijbewijs) van u én uw kind;
  • een medicatie-overzicht. Dat is een lijst met de medicijnen die uw kind nu gebruikt. U haalt deze lijst bij uw apotheek.
Heeft u een andere zorgverzekering of een andere huisarts? Of bent u verhuisd? Geef dit dan door. Dat kan bij de registratiebalie in de hal van het ziekenhuis.
Zorgt u ervoor dat u en uw kind op tijd zijn voor de afspraak? Kunnen u en uw kind onverwacht niet komen? Geeft u dit dan zo snel mogelijk aan ons door. Dan maken we een nieuwe afspraak.

Vragen en contact

Heeft u nog vragen en/of opmerkingen naar aanleiding van deze folder? Stelt u deze dan aan de baliemedewerker van de polikliniek Urologie.
De polikliniek Urologie (alle locaties) is op werkdagen tussen 08.30 - 12.00 uur en tussen 13.30 - 15.30 uur te bereiken via telefoonnummer 071 582 8060.

De afdeling Kind en Jeugd is 24 uur per dag, 7 dagen per week bereikbaar via 071 582 8020.